Meesterschap
Vanuit welk perspectief je ook vertrekt, het gaat in mijn benadering altijd over meesterschap, jouw meesterschap. Ik heb deze term vanuit mijn oude hrm werk meegenomen. Binnen dat werkveld ging meesterschap net iets verder dan professionele ontwikkeling. Toch voelde het als een construct. Ik zie meesterschap inmiddels ruimer, daar gaat deze pagina onder meer over.
Meesterschap in de praktijk
Meesterschap veronderstelt een immense openheid naar jezelf en de bereidheid om jezelf volledig ‘in vraag’ te stellen. (in vraag stellen ontleen ik aan het Duitse ‘im frage’ stellen, dat net even anders is dan het Nederlandse ’ter discussie’ stellen).
Meesterschap = waarachtigheid
Wanneer iemand zichzelf ‘in vraag’ stelt wordt – middels dialoog – onderzoek gedaan naar innerlijke waarachtigheid, oprechtheid, innerlijke eerlijkheid. Deze oefening naar waarachtigheid moet zelf waarachtig zijn, dat betekent openheid, zonder agenda. Dat is niet eenvoudig en vraagt een waarachtige en opmerkzame gesprekspartner die dit proces voor zichzelf continu monitort. De dialoog als oefening schept helderheid en kan leiden tot betrouwbaarheid, of op z’n minst een betrouwbaar beeld van iemands innerlijke staat.
Onpersoonlijk
Meesterschap leeft in jou, maar is niet persoonlijk. Het interacteert wel met als ‘eigen’ aanvoelende gegevenheden in jou, zo zelfs dat je wellicht denkt uniek te zijn. Dat ben je wel en niet. Je bent het wel zoals elke vingerafdruk uniek is, maar wat ons mensen beweegt is tamelijk universeel. Ik heb dat bevestigd gezien in de vele gesprekken met cliënten. We zijn veel meer verbonden, hoewel deze vervreemdende tijd dat wil ontkennen. In mijn contextuele blik op de werkelijkheid zie ik mezelf niet geplaatst in die werkelijkheid, maar ben ik die werkelijkheid. Er is dan geen ik en de ander, ik ben context én de ander.
Emulatie
Soms lijken mensen er blijk van te (willen) geven die openheid te praktiseren, niet wetende dat hun cognitie deze innerlijke gids emuleert (een virtuele werkelijkheid creëren). Dit kan duiden op een doorontwikkeld overlevingsmechanisme. Het denken, de cognitie, bootst dan alles na wat hier verder wordt besproken. Ik noem dat het cognitief kapen door het denken, de ratio of cognitie, aangestuurd door onbewuste ‘omleidingen’, die weer gebaseerd zijn op overleving. Daar spelen veel trainingen, workshops en goeroes op in. Men denkt bewustzijn te ontwikkelen op zijnsniveau, maar alhier in gesprek, blijkt dit soms een illusie te zijn, een zoveelste toedekking van wat niet mag zijn. Ik besteed hieraan veel aandacht omdat zonder dit besef geen enkele beweging, anders dan nieuwe weerstand, op gang komt. Weerstand is trouwens oké zolang je daar maar helemaal in gaat zitten en ook dat weer ‘in vraag’ stelt. Hier ligt een scharnierpunt, als je in staat ben je weerstand als proces te zien dan beweegt er wat. Zodra je iets begint te zien vraag je je wellicht waar de uitgang uit dit zich aftekenende labyrint is.
Het therapeutisch proces, een tip van de sluier
In onze vroegkinderlijke tijd kunnen overweldigende gebeurtenissen plaatshebben. Deze kunnen zich duidelijk manifesteren of juist onopgemerkt blijven. Om in die overweldiging(en) overeind te blijven passen we verschillende overlevingsacties toe. Dit doen we onbewust – heel jong is er bovendien nog geen reflectief bewustzijn – en ook later als we wel kunnen reflecteren, heeft dat gunstige effecten. Immers de waarheid, indien bewust waargenomen, kan te pijnlijk zijn.
Wanneer een kind boos is op een ouder die structureel afwezig is of emotionele bezetting toepast, transformeert het deze boosheid via een gelaagd mechanisme tot een negatief zelfbeeld. De basis daarvan is niet alleen de onderliggende (en toegedekte) negatieve zelfovertuiging, maar eerder de omzetting van (gerechtvaardigde) boosheid naar andere gevoelens of of manifestaties. Zo kan een slachtoffer-identiteit groeien die weer wordt toegedekt (op en af) met redder-indentiteit. Wil men dit labyrint doorgronden dan is contact met de oorspronkelijke gevoelens voorwaarde. Het onderzoek naar waarachtigheid is de route waarlangs.
Labyrint
De idee via een uitgang het doolhof te moeten verlaten is een ook misvatting, ja er zijn uitgangen, meerdere zelfs, maar ze zullen je niet de ‘verlichting’ brengen die je misschien beoogt. De uitgangen die je van bovenaf zou kunnen zien zijn eerder vluchtwegen naar illusies, escapes en coping gedrag. Het is juist van belang het doolhof te leren zien als zodanig, maar niet zozeer om eruit te geraken. Het gaat om de waarneming. Anders gezegd, het vinden van uitgangen is het oude zoeken, het waarnemen van het labyrint is onderzoeken. Onderzoeken doe je met een waarnemende houding.
Waarneming
Dat waarnemen kan meesterschap in zich (gaan) dragen, soms herkenbaar via een innerlijke stem die je bevraagt, steunt en niet oordeelt. Binnen een therapeutische setting klinkt die ongeveer als volgt:
- Alles mag gezien worden, je verlangens, je angsten, je weerstanden, je geweld, je beschadigingen, je begeerten, de vrijgevige in jou net als de egoïst of vrek. Je ruimte in denken en doen, je grootsheid, net als je krampachtigheid en kleine geest. Je lichaam, je seksualiteit, je lust, je verlangen naar warmte en nabijheid alsook je zelfregie, laverend tussen zelfstandigheid en autonomie. Je verliezen, je rouw, je overwinningen en trots.
Meesterschap betekent niet een streven naar het verinnerlijken van alle schoonheid, licht en ruimte teneinde alle lelijkheid, donkerte en beknelling te bestrijden of op te lossen. Je vraagt je misschien af waarom ik dit zeg. Welnu de meeste mensen streven via therapie, mindfulness, mediatie of spiritueel zelfwerk onbewust met (of vanuit) beklemming naar het tegendeel van de beklemming, waarin ze zich bevinden. Oké, dat zal men niet snel toegeven, toch is dat de dagelijkse praktijk. Dat kan nooit werken. Hier komt weer die openheid om de hoek.
Toelaten
Binnen je eigen kleine ik (niks mis mee) begint het dus met het toelaten van je krampen. Zeg ja aan wat je tegenhoudt, je frustraties, je mislukkingen, je (zelf)oordelen, je weerstanden enzovoort. Het zien van de olifant in de kamer, daar begint meesterschap! Ik herhaal: meesterschap begint bij waarneming. Wanneer je eerst je demonen waarneemt en toelaat, volledig toelaat, ja dan ontstaat er ruimte, dat begint bij een kleine opening. Het licht komt en gaat, maar eenmaal opgang volgt een tsunami van helderheid. Zonder dat het je doel was ben je nu ineens in het meester-landschap beland.
In dat landschap is licht maar ook donkerte, zonder contrast geen helderheid. Immers, we wandelen allemaal langs wegen die beide kwaliteiten hebben. Die kwaliteiten trekken aan ons, jij kunt niet altijd kiezen aan welke kant je loopt. Wat je wel kunt doen is resoneren met de omgeving, vanuit je innerlijke openheid. Dat is wat anders dan vormgeven, want wie ben jij dat je het leven kan vormgeven. Je kunt geen vorm geven, alleen openstaan voor wat zich vormt. Onderscheid intentie, mindset en setting.
Meesterschap is actief nog passief, het is houding, aanwezigheid door waarneming. Het is niet vormen, maar vormen toelaten. Het is durven en leren zien dat bestaat uit onderkennen, herkennen en erkennen van wat jouw innerlijke mechanismen voortbrengen aan inhoudingen en (wens tot) zelfexpressie. Zo kijk ik naar elke vraag, van mezelf en van anderen. Een vraag als “hoe pak ik mijn rol in het team” of “hoe overleef ik mijn manager” (grapje) is voor mij van dezelfde golflengte als “hoe sta ik in mijn partnerrelatie” of “hoe voorkom ik de volgende burn-out”.
Het onderzoek gaat ook over je sociale biografie, je herkomst met alle familie systemische en culturele invloeden. In jou, in elk mens, zijn al die invloeden samengebracht en bepalen jouw (illusoire, maar toch) identiteit. Dat gaat niet alleen over hoe je denkt, maar ook over hoe je je voelt en hoe je vorm geeft aan alle interacties met je omgeving en jezelf. En dat is weer afhankelijk hoe ‘stevig’ je bent, als mens. Stevigheid gaat over je een plek (gaan) weten in deze wereld, voelen dat je veilig (genoeg) bent om het leven te leven. Daarin bewegen vormt zich meesterschap.
Metapositie en embodiment
Mensen komen bij mij met hulpvragen, daardoor staat – ook in deze tekst – het therapeutisch perspectief centraal. Niettemin werk je bij mij ook aan een andere manier van kijken, naar jezelf en je sociale omgeving. Je kijkt meer als beschouwer (dus niet als toeschouwer), zonder jezelf buiten sociale situatie te plaatsen. Dat is een randvoorwaarde.
Met deze meta-blik kijk je naar jezelf, de anderen, naar alle intermenselijke communicatie en gedragingen. Dat is beschouwen op procesniveau. Je kijkt dus niet vanuit je identiteit (valkuil) maar vanuit de overzichtspositie naar dat alles en hoe jouw identiteit, hoe illusoir ook, zich daartoe wil verhouden. Je identiteit is gefundeerd op echo’s uit verleden dat door (voor)ouderlijke overdracht is gevormd. Ook daar ga je bewustzijn op doorontwikkelen.
Dit meta-deel van het meesterschap, brengt je naar een verruimd bewustzijn en kan niet los worden gezien van het lichamelijk bewustzijn en als onderdeel daarvan, het lichaamsbewustzijn. De term belichaming, of embodiment meldt zich hier, dat is de dynamische wisselwerking tussen zenuwstelsel, lichaam en omgeving. Maar ik wil ervoor waken om het als instrument te zien, louter om ‘sterker te staan’ in het contact met anderen of in spannende situaties. Je kunt embodiment – in mijn beleving – niet inzetten, het is geen tool maar een zich gaandeweg vormende levenshouding of levenskunst. Een training of workshop in die richting is altijd contraproductief, je leert wat lichamelijke trucjes die je onzekerheid maskeren.
Stabiliteitslagen
Je werkt aan meerder stabiliteitslagen, de eerste is het toewerken naar een soort van stabiele openheid, een lerende (nieuwe) basishouding waarin je allereerst de invloed ziet van je zelfbeelden en mogelijke pathologieën. Dat doe je onder meer door de dynamiek van je sociale biografie te leren verstaan. Je leert hoe en waardoor je autonome zenuwstelsel reageert zoals het reageert. Daarvoor gebruiken we de wetenschap van veiligheid, de polyvagaaltheorie. Tegelijk werk je aan het inzicht dat je lichaam altijd openstaat naar de wereld, onverlet het gegeven dat de meeste hulpvragers deze ontvankelijkheid hebben leren blokkeren, wat overigens ook al door onze toxische (christelijke en neoliberale) cultuur wordt voorgeleefd. Het hele proces staat bol van ogenschijnlijke tegenstrijdigheden (paradoxen) maar met een open houding en liefde kun je het gaan zien. Belangrijk is dat je op goed moment ziet dat er geen onderscheidende onderzoeksgebieden zijn, we maken slechts onderscheid met behulp van woorden. Ten bate van het leerproces doen we dat hier eveneens.
Levenshouding
Zoals gezegd, meesterschap is levenskunst of levenshouding, een houding kent altijd een zekere beweging, op https://hetbewustezijn.nl/overpeinzingen spreek ik over drie geboorten. De eerste geboorte zet ons op de wereld, maar we verblijven in onszelf, zonder onderscheidend vermogen. Met de tweede geboorte komen we in de wereld, we leren ons te verhouden in de sociale- en levenssituatie. De derde en laatste geboorte maakt ons van de wereld. Op die zelfde pagina schrijf ik: eerst zijn we ongeïdentificeerd (we zien alles, maar hebben geen reflectief vermogen), daarna raken we geïdentificeerd (we denken alles te zien, maar we zien voorgeleefde afschaduwingen, in wezen zijn we blind) om ten slotte deze dualiteit te integreren tot overstijgend bewustzijn. Nog een onderscheid, eerst zijn we individueel, daarna sociaal en eenmaal geïntegreerd zijn we wereldlijk. Meesterschap kun je ook lezen als verdiept of superbewustzijn.
Bestemming of lot
Misschien kom je niet eens zover op deze pagina dat je dit nog leest, want het is nogal wat. Tegelijkertijd merk ik op dat het voor sommige mensen een lot is dat samenvalt met hun bestemming. De complexe samenhang die, eenmaal doorzien vertrouwd voelt, moet gevonden worden om tot zin te komen, maar ik geef toe, het is soms lopen langs een ravijn. Maar je loopt niet alleen.